Onze inspectie in het kort

Tussen dinsdag 9 en vrijdag 12 maart 2021 heeft Stichting Oasebos de beschermde en beheerde bossen El Cerrito en Caño Cureñita geïnspecteerd. De inspectie is namens onze stichting uitgevoerd door Huite Zijlstra (onze wettelijke vertegenwoordiger in Costa Rica), Ulises Aleman (onze beheerder in het Maquenque gebied), Matthijs Bol, Maarten van der Beek en Gerald Arias Mora (gids).

 Op dinsdag 9 maart zijn de bezoeken gezamenlijk voorbereid in het vlakbij de Nicaraguaanse grens gelegen dorp Pangola, het laatste stukje bewoonde wereld waarvanuit de twee bossen goed te bereiken zijn.

Woensdag 10 maart werd Caño Cureñita geïnspecteerd, de herbebossing bekeken en werden diersoorten in kaart gebracht. Ook vonden er ontmoetingen plaats met Carlos Miranda (de grondeigenaar van wie Caño Cureñita is aangekocht) en vertegenwoordigers van Fundecor – de Costa Ricaanse organisatie voor duurzame natuurontwikkeling.

Donderdag 11 maart hebben wij El Cerrito geïnspecteerd. De toegangsweg en de landsgrenzen werden bekeken, de schade van orkaan Otto werd geïnventariseerd, diersoorten geteld en Caño Negro bezocht.

Vrijdag 12 maart hebben we onze spullen weer ingepakt, de terugweg ingezet en een begin gemaakt aan de rapportage.

Wij delen graag de hoogtepunten van ons inspectierapport met u, zodat onze participatiehouders en donateurs volledig worden geïnformeerd over de staat van onze bossen. Wij kijken terug op een goed bezoek met mooie waarnemingen en diverse aanbevelingen. Eens te meer hebben wij de waarde bevestigd gezien van ons gezamenlijke beschermen en behouden van het regenwoud en zijn biodiversiteit. 

Matthijs, Gerald, Huite en Ulyses (v.l.n.r.) in de herbebossing van Chancho Blanco in Caño Curenita.

1.   Bereikbaarheid en veiligheid van de percelen

De wegen tussen Pangola en de percelen van Oasebos zijn in slechte staat. Weliswaar is het eerste gedeelte voorzien van grind (en een zeer smalle hangbrug), het grootste gedeelte van de route is enkel rode klei. Een klein beetje regen zorgt direct voor een glad wegdek. Ook zijn er rond de meertjes in het gebied diepe geulen en kuilen. Aangezien er weinig economisch belang is om daar in Maquenque iets aan te doen, zal dat in de toekomst waarschijnlijk niet veranderen. Het maakt onze percelen enerzijds lastig te bereiken, hetgeen anderzijds het behoud en de bescherming van de gebieden ten goede komt.

Links: de auto staat vast op een kleihelling op weg naar El Cerrito. Zelfs een klein beetje regen maakt de wegen moeilijk begaanbaar. Rechts: nog voor aankomst vonden we een Tamandua (Boommiereneter) slapend in een boom.

Het was er de oorzaak van dat we op donderdag vast kwamen te zitten na een zeer bescheiden bui. Bij een grote regenbui in de middag is het goed mogelijk dat een auto (zelfs een grote 4×4) niet terug naar Pangola kan komen. Het is daarom aan te raden om voor toekomstige inspecties ijzeren kettingen aan te schaffen, waardoor de banden meer grip krijgen in de gladde klei. Ulises geeft aan dat hij meerdere mensen kent die deze kettingen kunnen maken, mits de materialen worden aangeleverd.

Ulises gaf tevens aan dat zijn quad (waarover hij sinds 2018 beschikt) het reizen veel gemakkelijker heeft gemaakt. Hij kan er vaker op uit, al blijven de weersomstandigheden een overweging. De brede banden met veel profiel zorgen voor meer zekerheid.

Caño Cureñita ligt direct naast een openbare weg en is relatief gemakkelijk bereikbaar. El Cerrito is moeilijker te bereiken. Vanaf de openbare wordt momenteel een pad gebruikt om El Cerrito te bereiken. Dit pad is drie kilometer lang en is geen officiële doorgang, maar het wordt door de eigenaar van het perceel gedoogd. De werkelijke toegangsweg is langer en gaat over enkele heuvels. Deze route wordt bij voorkeur vermeden.

Het feit dat de percelen zo ver weg liggen van Pangola, maakt het moeilijk om op tijd aan te komen – vooral om de aanwezige fauna te kunnen bekijken. Eigenlijk zijn er maar een paar uren waarin de dieren actief zijn overdag, voornamelijk tussen 5:00 en 8:00 uur in de ochtend. Door de lange reistijd, pech onderweg en de 3 kilometer tussen openbare weg en perceel, kom je eigenlijk altijd te laat.

Ulises gaf daarom aan dat hij een eenpersoons koepeltent en luchtbed hem flink zouden helpen. Hij kan dan overnachten op het perceel en is de volgende dag meteen op de plaats van bestemming. Hij kan dan mooiere waarnemingen doen, heeft meer kans om eventuele stropers te betrappen en kan zijn werk voor Oasebos combineren met nabij gelegen projecten.

Ulises doet zijn rondes normaal gesproken alleen. Dat is niet ideaal vanwege de veiligheidsrisico’s die zich in een wilde natuur voordoen. Het is daarom te overwegen om naast Ulises een tweede ranger mee op pad te sturen.

2. Algemene indrukken tijdens onze inspectie

El Cerrito maakte, zoals de vorige keer, een geweldige indruk. Nu wij meer van de natuur hebben leren kennen en meer plekken heb bezocht, waren wij nog meer verpletterd dan tijdens ons laatste bezoek. Een aantal delen van dit perceel zijn zo prachtig, zo onaangetast en voorzien van werkelijke woudreuzen. Die schoonheid van het bos, samen met de eigenaardigheid van Caño Negro, maakt dit perceel tot een absolute parel.

De sprookjesachtige schoonheid van El Cerrito is nauwelijks met de camera te vatten.

Caño Cureñita is kortgeleden aangekocht. Het perceel ligt tussen beboste percelen, maar ook tussen weilanden en monoculturele bosbouwpercelen. Er is in het verleden selectief in gekapt, maar er staan nog steeds mooie en waardevolle boomsoorten tussen. De aangeplante bomen hebben zich goed ontwikkeld. Ook is herstel van de biologische verscheidenheid merkbaar.

3. Onderhoud 

Het bijhouden van “carriles”, ofwel de grenzen van de percelen, is zeer belangrijk. In de eerste plaats omdat het duidelijk markeert waar het perceel begint en eindigt. De meeste Costaricanen kunnen niet of slecht kaartlezen, maar lezen het bos en de aanwezige paden als de besten. De aanwezigheid van het carril is dé manier om aan te geven wat van jou is. Daarnaast geeft een goed onderhouden carril aan dat de eigenaar regelmatig zijn perceel bezoekt en inspecteert. Dit is een signaal naar eventuele stropers en houtrovers. Als derde voordeel geeft het een veilig begaanbare route door (langs) het perceel. Vele percelen hebben geen paden door het bos, enkel het carril.

Voorbeelden van carriles. Links goed onderhouden, rechts ondoordringbaar geworden. 

(Half)open plekken in het bos trekken echter ook slangen aan, die graag klaar liggen langs dit pad, waar ook andere zoogdieren gretig gebruik van maken. Voor de veiligheid is het dus van belang om de carriles open en kort te houden. Ulises gaf aan dat de communicatie hierover niet altijd soepel verloopt. De grenzen rond El Cerrito zijn bijvoorbeeld zeer slecht onderhouden en soms zelfs onbegaanbaar. Dat levert gevaarlijke situaties op in verband met slangen, maar verhindert ook een snelle terugtocht in geval van een noodsituatie.

Het is daarom aanbevelenswaardig om de grenzen ieder jaar op te schonen op vooraf vastgestelde data. Wellicht kan dit samenvallen met de inspecties (maart of september). Wanneer Ulises ca. een maand voor deze tijdstippen alerts en financiële middelen ontvangt, heeft hij voldoende tijd om mensen te zoek die de schoning uitvoeren.

4. Biodiversiteit en bijzonderheden

In slechts twee dagen hebben we vele schitterende waarnemingen gedaan en mooie bijdrages geleverd aan de soortenlijsten van de gebieden.

Caño Cureñita

In Caño Cureñita registreerden we 4 zoogdieren, 5 amfibieën, 5 reptielen en 65 vogelsoorten. El Cerrito zorgde voor 4 zoogdieren, 5 amfibiën, 3 reptielen en 56 vogelsoorten.

De lijsten vind je onder dit artikel.

In Caño Cureñita staan niet erg veel grote bomen, wel zagen we mooie soorten als Olla de Mono (Lecythis ampla) en natuurlijk grote Almendros (Dipteryx panamensis). Het eerste deel van de bezichtiging volgden we de voetstappen van een Tapir met haar jong. We werden nieuwsgierig bekeken door Spider Monkeys en White-faced Monkeys en hoorden de lage fluittonen van de Slaty-breasted Tinamou. We zagen foragerende Scaled Pigeons, observeerden een Pied Puffbird van erg dichtbij en zagen een paartje Rufous-winged Woodpeckers in de herbebossing. Pas in de middag hoorden we eindelijk het geluid waar we de hele dag al op wachten: Great Green Macaw en Scarlet Marcaw lieten zich beiden even zien.

Topwaarnemingen waren een Bicolored Antbird en de Agami Heron. De Bicolored Antbird is een gespecialiseerde vogel die zich gedurende zijn hele leven rond een zwerm Army Ants ophoudt. Army Ants zijn moordlustige rovers die met duizenden tegelijk door het bos trekken en alles opeten dat beweegt. Bij een rooftocht hoor je de bladeren ritselen door alle vluchtende insecten, zoals sprinkhanen en kakkerlakken. De Bicolored Antbird, net als andere soorten, kijkt vanuit een boom toe. Als insecten de veiligheid van hun schuilplaats opgeven om van de Army Ants te ontsnappen, slaat de Antbird toe.

De Agami Heron is een zeldzame en geheimzinnige reiger. Hij houdt van beschaduwde beken en stroompjes en houdt zich veelal op langs beschutte oevers. Daardoor is het zeer moeilijk deze prachtige reiger waar te nemen. Op de terugweg van Caño Cureñita kwamen we er eentje tegen in een meertje, net voor het donker. Een droomsoort voor de vogelaar en een prachtige waarneming voor ons Oasebos in Maquenque.

Wij mogen vaststellen dat Caño Cureñita wat betreft herstel van het bos en zijn biodiversiteit de weg omhoog heeft gevonden. Waakzaamheid blijft bij dit perceel vooralsnog geboden. Aangezien het erg afgelegen ligt, maar er rondom veel menselijke activiteit is (bewoonde huizen, bosbouwpercelen, weiland, vee), is de kans op illegale jacht en houtkap aanwezig. Enkele sporen van dergelijke activiteiten zijn ook tijdens onze inspectie aangetroffen. Wij beraden ons over maatregelen die de integriteit van dit Oasebos moeten beschermen en vergroten.

El Cerrito

Tijdens de wandeling door El Cerrito kwamen we een veelvoud aan prachtige bomensoorten tegen, zoals een grote, dikke Manu Negro (Minquartia guianensis), een zeer gewilde houtsoort. Maar ook andere bedreigde soorten als Cocobolo (Dalbergia retusa), Olla de Mono (Lecythis ampla), Almendros (Dipteryx panamensis) en Caobilla (Carapa guianensis).

Sommige plantensoorten zijn zeer gevoelig voor verstoring en zijn alleen te vinden in onaangetaste regenwouden waar de grote bomen zorgen voor een donkere, vochtige bodem. Hier twee voorbeelden van kritische plantensoorten die in de andere percelen van Oasebos niet voorkomen. Linksboven: Notopleura polyphlebia. Rechtsboven: Trichomanes elegans. Linksonder: een indrukwekkende Almendro. Rechtsonder: de moerassen rond Caño Negro zijn van grote toegevoegde waarde voor het gebied. 

Het bos heeft alle karakteristieken van een primair bos. De bosgrond is relatief open en je kunt ver zien. Palmen en varens vinden een goed onderkomen in het donkere deel van dit bos. Er is een mix van verschillende kleine, dunne bomen met daartussen de stammenvan gigantische woudreuzen (zoals te zien op de foto boven dit verslag). We kwamen ook plant- en diersoorten tegen die ik eigenlijk alleen tegenkom in Nationaal Park Barbilla (foto’s). Dit park bestaat ook uit onaangetast bos en sommige soorten zijn zo gevoelig voor verstoring, dat ze meteen verdwijnen als er selectief in gekapt wordt.

De vogelsoorten die we tegenkwamen zijn ook echte bossoorten, zoals Woodcreepers, Antbirds, Antshrikes en Caciques. De Ocellated Antbird behoort ongetwijfeld tot de mooiste vogels van Costa Rica en liet zich rond een groep Army Ants horen. Verder sprong de Caño Negro eruit, met mooie moerasvogels als de White-throated Crake, Green Heron en Northern Jacana. We kwamen weer heel wat Tapirsporen tegen en op de zelfde plek als tijdens het vorige bezoek had een Jaguar wederom een schildpadschild gekraakt.

Links: de aanwezigheid van de Tapir is niet te missen, hier een voetafdruk in La Curenita. Rechts: een opengebroken schild van een schildpad, waarschijnlijk door een Jaguar.

Het is al weer een aantal jaar geleden dat orkaan Otto in Costa Rica aan land kwam en voor flink wat vernieling zorgde. In El Cerrito zijn de sporen nog steeds duidelijk zichtbaar. In een deel van het perceel zijn zeer veel grote bomen omgewaaid. Inmiddels vindt er veel natuurlijke regeneratie plaats. Snelgroeiende pioniersoorten staan al meters hoog en vormen dichte jungle. De gevolgen zullen nog jaren zichtbaar blijven, maar het is prachtig om de natuurlijke ontwikkeling in actie te zien.

Links: een grote boom die door orkaan Otto is omgevallen, inmiddels al overwoekerd . Rechts: de pionieroorten maken gebruik van het beschikbare licht en groeien snel de hoogte in (Gerald onze gids ter vergelijking in de schaduw).

El Cerrito ligt meer afgelegen, wat de kans op illegale activiteiten kleiner maakt. De kans dat er illegaal gekapt zal worden is klein. Wel hebben we sporen van vissers aangetroffen. Volgens Ulises is ook het aantal jagers zeer klein, omdat de jachthonden in dit perceel kans lopen om door een Jaguar gepakt te worden. Gespecialiseerde jachthonden zijn erg duur, dus dat risico wordt veelal vermeden. Mooi hoe de toppredator van het regenwoud zo meehelpt om het bos te beschermen.

5. Ulises, onze “boswachter” in Maquenque

Ulises is onze zéér bekwame plaatselijke deskundige als het gaat om het regenwoud. Zijn kennis over belangrijke boomsoorten en specifieke kenmerkende diersoorten is geweldig. Hij heeft een goed netwerk, jarenlange ervaring in de directe omgeving, een goede conditie en is breed inzetbaar. Oasebos mag zich gelukkig prijzen met zo’n alleskunner.

Geen alternatieve tekst opgegeven voor deze afbeelding

Links: Ulyses deelt constant zijn kennis tijdens de rondes. Rechts: bij gebrek aan stenen gebruik Ulyses de smalle kant van zijn machette om een markeerplaatje vast te spijkeren aan een boom.

Aandachtspunt voor Ulises zal in de komende tijd het regelmatige onderhoud van de carriles zijn. Daar heeft hij enige aansturing van ons bestuur (in de vorm van tijdige jaarlijkse alerts) voor nodig.

Het zou mooi zijn als Ulises in de komende tijd in staat zal zijn om met behulp van GPS waypoints en routes te bepalen. Met enige training over de mogelijkheden en bediening van GPS kan hij zo voor Oasebos enkele belangrijke extra voordelen opleveren.

Zoals eerder aangegeven is Ulises erg geholpen met de aanschaf van een koepeltent, luchtbed en opblaasboot. Hiermee kan hij op een perceel overnachten, waardoor hij al ‘s-morgens vroeg aanwezig is (meer natuurwaarnemingen en kans op stropers) en minder tijd kwijt is met reizen. Ook stelt het hem in staat meerdere percelen tegelijk te bezoeken.

6. Aanbevelingen voortkomend uit de inspectie in het kort:

  •  Grenzen van de percelen beter schoonmaken en -houden. Dit vergroot de veiligheid tijdens controles. Zichtbaar beheer minimaliseert de kans op illegale jacht en houtkap. Wellicht kan Ulises, in samenwerking met eigenaren van buurpercelen (er is immers een gedeeld belang), een plan opstellen om de grenzen ieder jaar op te schonen. Idealiter initieert en faciliteert Oasebos dit plan, met procesbewaking en financiële middelen (vergoeding van arbeid inzake opschonen carriles). Misschien dat Ulises zijn plan zodanig kan opstellen dat rekening wordt gehouden met langzamer dichtgroeiende carriles. Zo kunnen kosten worden gedrukt.
  • Caño Cureñita is onlangs aangekocht en nog niet voorzien van borden. Er kunnen vraagtekens worden geplaatst bij het nut van borden; ze zijn immers snel overwoekerd met planten en algen en de autoriteitswaarde van borden bij het voorkomen van illegaal bezoek is twijfelachtig. Niettemin is het toch raadzaam om bij ingangen een bord plaatsen met een boodschap als “natuurreservaat, verboden te jagen, vissen, bomen te kappen en planten mee te nemen”. Op enkele prominente plekken binnen de percelen kan daarnaast een extra bord gehangen worden. Ook El Cerrito heeft dit soort borden nodig, tenminste op de hoeken en waar de toegangsweg het perceel raakt. Bovendien zou met Don Walter (eigenaar perceel dat toegang biedt tot El Cerrito) besproken kunnen worden om een bord bij de openbare weg te plaatsen, daar waar vissers en jagers het gebied ingaan. Dat zou een mooi extra signaal afgeven.

Links: dit bord is op een hoek van El Cerrito geplaatst en is duidelijk zichtbaar en schoon. Rechts: dit bord is door overwoekering nauwelijks nog te zien. 

  • Zoals aangegeven is het gevaarlijk om als enkeling de controle te verzorgen, vooral naar El Cerrito. Het is te overwegen om een tweede ranger mee op pad te sturen bij de maandelijkse rondes door de bossen.
  • Voorgestelde investeringen voor de volgende inspectie:
  • Lier voor auto. Wellicht een interessant hulpmiddel. Er kan ook gekeken worden of iemand in Pangola er eentje zou kunnen uitlenen.
  • Eenpersoons koepeltent en luchtbed zodat Ulyses samen met iemand een nacht kan verblijven op de percelen.
  • Borden langs de grenzen.

7. Lijst van aangetroffen dieren in Caño Cureñita en El Cerrito